De FCI (Fédération Cynologique Internationale) heeft een aantal rashonden specifiek tot werkhond benoemd. Ook rashonden zonder de status werkhond kunnen meedoen aan werkhondentrainingen.
Werkhonden kunnen in drie disciplines worden ingezet:
1. IGP (voorheen IPO)
2. SpH (Speurhond)
3. Reddingshondenwerk
Bij NBG HSV Hondensport Hoogkerk richten we ons op IGP. Het bijzondere aan deze discipline is dat het bestaat uit drie afzonderlijke onderdelen, te weten speuren, appèl en manwerk. Dit maakt IGP tot één van de meest zware en meest gevarieerde hondensporten die er zijn.
Onderdeel A bij IGP is het speuren. Dit wordt uitgevoerd op een weiland en/of akker. De hond werkt hierbij een van tevoren vastgelegd spoor met enkele hoeken uit. Hierop zijn enkele voorwerpen met de geur van de spoorlegger achtergelaten.
De hond moet alle voorwerpen verwijzen. Bovendien moet hij het aangelegde verleidingsspoor negeren.
Het speuronderdeel wordt per niveau steeds moeilijker gemaakt.
Onderdeel B wordt ingevuld met appèl, ook wel gehoorzaamheid genoemd. Van de hond worden diverse algemene gehoorzaamheidsoefeningen verwacht, waaronder bijvoorbeeld volgen, staan, zitten liggen, springen, apporteren en vooruit sturen. Daarnaast wordt getest of de hond schotvast is.
Per niveau worden de oefeningen steeds moeilijker gemaakt.
Onderdeel C bij IGP is manwerk of verdedigingswerk. Bij dit onderdeel wordt gewerkt met een pakwerker. De hond wordt getest op de eigenschappen drift, moed en belastbaarheid. Het verdedigingswerk bestaat uit drie verschillende niveaus; bij het revieren moet de hond de pakwerker opsporen en aanblaffen. De hond moet ingrijpen op het moment dat de pakwerker probeert te ontsnappen. Bij het begeleiden van de pakwerker mag de hond niets doen. Tot slot is er het stellen, waarbij de hond vanaf grote afstand de mouw van de pakwerker grijpt.